Vierkant Kalender 1999
Oplossingen week 40 (4 t/m 10 oktober)
Symmetrische spelen.
- Maandag 4 oktober:
-
De beginner wint: hij neemt 10 munten van de grootste stapel. Daarna herhaalt
hij steeds de zet van zijn tegenstander. (Hij maakt dus steeds weer gelijke
stapels)
- Dinsdag 5 oktober:
-
De beginner verliest: de tweede speler zet de toren steeds weer op de diagonaal!
- Woensdag 6 oktober:
-
De beginner verliest: de tweede speler zet een loper steeds in dezelfde kolom,
en wel in het veld dat het spiegelbeeld is t.o.v. de lijn tussen rij 4 en rij
5.
- Donderdag 7 oktober:
-
De beginner wint: hij neemt eerst de middelste steen. Daarna imiteert hij de
zet van de ander steeds door die zet a.h.w. over 180 graden te draaien om het
midden van het bord.
- Vrijdag 8 oktober:
-
Ook hier speelt de draaiing over 180 graden om het midden een rol, maar nu wint
de tweede speler. (Als de eerste op a2 zet, zet de tweede op h7)
- Zaterdag 9 oktober:
-
De eerste speler verbindt twee diametrale punten, daarna imiteert hij de ander.
Dus de eerste speler wint.
- Zondag 10 oktober:
-
Dit spel staat bekend onder de naam Kayles. Voor een willekeurige beginsituatie
is het spel heel interssant, maar voor 1 rijtje van een oneven lengte (hier 11)
is het heel flauw: de eerste speler neemt het middelste kwartje; daarna
imiteert hij de zetten van de tweede speler, in de andere helft.